De MRB is opgebouwd uit twee componenten: een basisbedrag die door de Nederlandse overheid is bepaald en voor elke provincie gelijk is, en de zogeheten ‘provinciale opcenten’. Laatstgenoemde mag elke provincie zelf bepalen. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maken duidelijk dat de ene provincie meer of minder opcenten rekent dan de ander. En de verschillen lopen behoorlijk uiteen. Zo betaalt een automobilist uit Groningen – de ‘duurste’ provincie van Nederland – fors meer MRB dan iemand met een identieke auto uit de ‘goedkoopste’ provincie van het land: Noord-Holland. De provincie Groningen rekent namelijk met een opcentenpercentage van 94,5%, terwijl Noord-Holland uitgaat van 67,9%.
Voorbeeld: Een eigenaar van een 1.375 kg zware benzineauto uit Groningen is in 2022 een MRB-tarief verschuldigd van € 211 per kwartaal. Een Amsterdammer met een identieke auto betaalt € 186 per kwartaal, ofwel een verschil van € 100 per jaar. Ook Limburg en Utrecht behoren tot de goedkopere provincies, terwijl Drenthe en Zuid-Holland juist tot de duurste behoren.
Let op: bovengenoemd voorbeeld is gebaseerd op de MRB-tarieven van 2022. Het is gebruikelijk dat de tarieven steeds met ingang van het nieuwe jaar worden verhoogd. Benieuwd hoeveel wegenbelasting jij moet betalen? Op deze website van de Belastingdienst kun je dat exact uitrekenen.